Ávila stad van stenen en heiligen in Spanje

Ávila

 Ávila ligt op ongeveer 100 kilometer ten westen van Madrid, op een hoogte van 1130 meter. Op een gegeven moment verschansten de Avileños zich achter de drie meter dikke en twaalf meter hoge granieten muren en 87 torens. Tegenwoordig zijn de negen poorten van de stadmuren geopend en heten ze de toeristen van harte welkom. Sinds 1985 is de stad opgenomen op de werelderfgoedlijst van de UNESCO. In de 19e Eeuw besloot de Spaanse regering, om alle stadsversterkingen te verwijderen. De stadsambtenaren van Ávila negeerden deze verordening. Niet uit trots maar uit geldnood. Zo bleef de 2,5 km lange granieten ring behouden. Momenteel is ongeveer 1 km van de muur toegankelijk, maar het stadsbestuur is nog bezig om dit te verlengen. De muur werd in de 12e Eeuw door de Avileños gebouwd, waarschijnlijk op Romeinse fundamenten. De muur kan vanuit drie poorten worden beklommen: de Puerta del Alcázar, de Puerta de las Carnicerías en de Puerta del Carmen. De klim is de moeite waard, ook vanwege het uitzicht op de stad.
Zelfs de kathedraal maakt deel uit van de stadsmuur en het lijkt meer op een fort. s'Avonds kunt u een wandeling maken langs de verlichte stadsmuren, langs Paseo del Rastro. Binnen de muren vindt u diverse paleizen, sommige functioneren nu als museum. Het het Palacio de los Velada is nu omgebouwd tot hotel.
Ávila heeft een reputatie als de stad van de stenen en de heiligen. De belangrijkste heilige was Teresa, volgens een legende stierf zij reeds als zevenjarige als martelaar. Later sloot ze zich aan bij de Karmelieten orde en streed voor een verandering in het monastieke leven.